De lente is begonnen. De vogels fluiten vroeg in de ochtend al haar zoete zangen. Ze duwen zo de grijze flarden van een natte winter opzij. De lente moet nog echt gaan ontluiken, een beeld dat ik bij de kerk vindt passen. Ik zie hoopvolle tekenen, maar ook tegen een grijze achtergrond.

Ik zie hoopvolle tekenen, maar ook tegen een grijze achtergrond. Joost

Gisteren, dinsdag 21 maart, was het mijn 100e werkdag als directeur van VKB Kerkrentmeesters. En ja, na 100 dagen mag je een eerste balans opmaken. Wat zijn mijn eerste indrukken? Wat valt mij op? Valt het mij mee of juist tegen? En ook veel aan mij gesteld: mis je de gemeente al?

Om met het laatste te beginnen: nee, voor dat missen heb ik nauwelijks tijd gehad. Te druk. Dat is een flauw antwoord en toch ook de werkelijkheid. Maar nee, ik mis de gemeente niet, want ik ben nu nog net zo actief met de gemeente bezig als dat ik dat deed als gemeentepredikant. De afstand tot een lokale plek is toegenomen, maar tot de landelijke thema’s en vraagstukken tegelijk afgenomen.

En ja druk is het. Want wat ligt er veel op het bordje van het kerkbeheer! En dus ook van de lokale kerkrentmeesters. Een kleine greep van wat ik deze maanden ben tegengekomen:

Zorgen over de financiële positie (terugloop van inkomsten, toename van de kosten door inflatie); de beschikbare menskracht in het college en in de kerkenraad; de situatie rond het beheer van de gebouwen (verduurzamen, energieverbruik, anders benutten, afstoten); veranderende en complexere wet- en regelgeving (ANBI-status, WBTR, WWTF); en de vermindering van bestuurskracht en het wegvallen van kennis, lokaal en regionaal. En ja, dan heb ik het nog niet eens over de uitdagingen waar demografische krimp, digitalisering en de secularisatie de kerk al voor stelt.

Dit alles komt samen op het bordje van kerkbeheer. En als het landelijk zo samenkomt, dan zal een groot deel van deze thema’s lokaal aandacht en hoofdbrekens vragen. Ga daar maar aan staan. Eigenlijk een groot wonder dat er nog steeds nieuwe kerkrentmeesters aantreden. We mochten de voorbije maand meer dan honderd welkomstpakketten aan hen versturen. Hoopvol!

Trouwens, we versturen ook aan de lopende band insignes en oorkondes. Voor betrokkenheid en dienstverbanden van 12,5 tot liefst 60 jaar of soms nog langer. Niet vergeten wat er is opgebouwd, en waardering uitspreken voor alles wat er aan werk verzet is. Uren, dagen, maanden, jaren door weer en wind, en met liefde voor God en kerk.

Maar als dat kerkbeheer zo’n uitdaging is, waarom ben jij daar dan ‘in hemelsnaam’ aan begonnen? Goede vraag!

Omdat het allemaal vragen en thema’s zijn, die ons bepalen bij de toekomst van de kerk. Hoe zijn we de komende jaren kerk en lokaal present? En als er veel op je af komt, als er veel is wat je bezighoudt, dan is de beste manier om hiermee om te gaan focus aan te brengen, in stukjes hakken. Wat pak je op, wat heeft prioriteit, waar heb je zelf invloed op? En dat kan niet enkel door kerkrentmeesters opgepakt worden. Daar heb je elkaar bij nodig: alle ambtsdragers in de kerkenraad, de gemeente zelf.

Op basis van je identiteit (wie ben je, wat beweegt je?) kun je scherper kiezen. Beter 2 zaken goed doen, dan 10 halfslachtig. Of uit kramp helemaal niet meer kiezen.

 

Beter 2 zaken goed doen, dan 10 halfslachtig. Of uit kramp helemaal niet meer kiezen. Joost

Keuzes maken vraagt om lef en ondernemerschap, maar het vraagt ook om vertrouwen en draagvlak. Iets nieuws proberen of iets loslaten, is spannend en soms pijnlijk. Durf dan ook te proberen en durf evengoed te falen. Niet alles slaat (meteen) aan. Niet elke verandering is zaligmakend. En het hoeft ook niet allemaal tegelijk.

In de kerk hebben we wel de neiging om bij elke verandering deze te bediscussiëren. Natuurlijk een goed gesprek, en zeker over ons gelovige identiteit, is nodig, maar elkaar vasthouden ook. En als je weet wie je bent en waar je voor staat, dan kun je ook makkelijker samenwerkingspartners zoeken en vinden.

Ik merk dat het mij veel tijd kost mijn weg in het landschap van het kerkbeheer te vinden. Inmiddels kan ik met gemak een lijst maken van 25 afkortingen van allerhande groepjes en commissies. Allemaal afzonderlijk is iedereen goed bezig, maar ook veel op het eigen erf.

Wat er de komende tijd in de kerk volgens mij nodig is? Zicht krijgen op wie je bent en waar je staat. Waartoe weet je je als gemeente lokaal geroepen? En daarna pas de vraag hoe je dat invulling geeft en wat je dan gaat doen.

Wat er nog meer nodig is? Veel meer samenwerking. De krachten bundelen. In onze VKB-app zien we dit al van onderaf gebeuren: een praktische vraag om advies of hulp wordt gesteld, en 2-3 kerkrentmeesters uit andere plaatsen komen langszij met tips of ondersteuning, en overal vandaan.

Nog meer dan ik mij vooraf had bedacht, is de kracht van de kerk, maar zeker ook van een vereniging als de VKB: de som der delen is meer dan het geheel: 1+1=3. En die samenwerking hoeft niet met het opgeven van de eigen identiteit of via ingewikkelde fusietrajecten of kerkorde-aanpassingen. Maar we moeten ook niet met dit gesprek wachten, totdat het niet meer gaat.

Op tal van plekken gaan kerkenraden en kerkrentmeesters om tafel rond de vraag: hoe kunnen we elkaar helpen en ondersteunen? Naast prachtige gesprekken levert het ook goede voorbeelden en nieuw elan op. Dat geeft mij hoop, zeker aan het begin van deze lente. Na 100 dagen onderweg te zijn ontdek ik:

VKB: SAMEN sterk voor de kerk. Die woorden passen mij.

Foto: Willem Jan de Bruin Fotografie (@willemjandebruin)