Virtuele risico’s, echte schade

Een steeds groter deel van het leven speelt zich af in een digitale wereld. Internet, computers en mobiele telefoons zijn niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Veel bedrijven en instellingen kunnen niet meer zonder en steeds meer wordt er aan elkaar gekoppeld.

Deze digitale wereld brengt ook andere digitale risico’s met zich mee; analoog aan de werkelijke wereld zijn er digitale inbrekers (hackers) die computers van anderen binnen proberen te dringen. Waarom? Voor de eer; “Ik ben slimmer dan de beveiliger.”. Voor het geld: vertrouwelijke informatie is soms geld waard, denk aan toegangscodes voor internetbankieren, of het kan verkocht worden, zoals creditcard informatie. Ook doet men het omdat men het niet eens is met een ander op bijvoorbeeld het politieke of religieuze vlak.

Een ander fenomeen is digitaal vandalisme, waarbij men erop uit is om gegevens van anderen onbruikbaar te maken. Ook dit kan gedaan worden door hackers en daarnaast is er kwaadwillende software (malware) in de vorm van computervirussen, wormen, logische bommen, die zich net als in de echte wereld als een epidemie verspreiden in de digitale wereld.

Deze computercriminaliteit lijkt iets van de laatste tijd te zijn, maar het is er veel langer dan gedacht wordt. In 1966, inmiddels bijna 50 jaar geleden, werd de eerste computercrimineel al opgepakt in Amerika.

Ook kerkgemeenschappen hebben hiermee te maken. Geldelijk gewin speelt hierbij voor zover bekend geen rol, het is meestal een verschil in geloofsovertuiging. Zo werden administraties en ledenbestanden van de Lutheran Church Australia, de Church of Scotland en de Church of Cyprus gehackt.

Computercriminaliteit leidt niet tot rokende puinhopen, ingeslagen ruiten of gewonde personen en toch is er schade. Slachtoffers hebben te maken met financiële schade; onverwachte kosten die hun begroting nadelig beïnvloeden en waardoor zelfs bedrijven failliet gegaan zijn.

De directe eigen schade kan bestaan uit de kosten om de gegevens te reconstrueren, het virus te verwijderen, of de extra belkosten van de gehackte telefooncentrale.

Ingeval van diefstal van vertrouwelijke persoonsgegevens krijgt men steeds meer te maken met boetes die toezichthouders kunnen gaan opleggen. Nederland gaat deze boete verhogen tot maximaal EUR 810.000 en de Europese Unie denkt aan een boete van maximaal EUR 100.000.000. Hiernaast kan men ook te maken krijgen met kosten richting banken en creditcardbedrijven, PR kosten, kosten om betrokkenen te informeren en niet te vergeten gespecialiseerde juridische bijstand.

Ook zou men aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade die men aan anderen veroorzaakt heeft.

Uiteraard zijn er maatregelen te nemen; virusscanners tegen de virussen, firewalls tegen de hackers en ook met het regelmatig maken van back-ups kan de mogelijke schade beperkt worden.

Lang niet altijd is er sprake van een criminele daad; vaak is een menselijke fout of vergissing of een technische storing de oorzaak en dat is nog moeilijker te voorkomen dan een oorzaak van buitenaf.

Preventie is geen garantie dat het niet gebeurt. De kans blijft bestaan en steeds meer bedrijven en instellingen zien deze digitale risico’s als iets wat ze zelf niet kunnen of willen dragen.

Op het moment dat risico’s en de mogelijke schade te groot worden, komen verzekeringen in beeld en zo is het hier ook. De traditionele verzekeringen dekken dit soort schade veelal niet en daarom zijn er de zogenaamde cyberriskverzekeringen ontwikkeld.

Er zijn voldoende verzekeringsmogelijkheden voor nagenoeg alle virtuele risico’s en Mercer Marsh Benefits kan u als verzekeringsmakelaar hierin bijstaan en adviseren.

 

Wilt u meer informatie of deze verzekering afsluiten?

Neem dan contact op met Mercer Marsh Benefits (Dimfie van Sundert) via
telefoonnummer 06 155 89 596 of per e-mail: info.vkb@mmc.com.
Op uw verzoek kunnen we u een interactief aanvraagformulier toesturen waarin u zelf de premie kan berekenen.

 

 

Disclaimer  –  Privacystatement