Voorzitter VKB pleit voor meer professionaliteit bij kerkrentmeesters

Op 30 september 2022 werd een rapport gepubliceerd over een door het CNV en VKB Kerkrentmeesters gezamenlijk uitgevoerd onderzoek onder kerkrentmeesters en kerkelijke medewerkers in protestantse gemeenten. Het blijkt dat betaalde krachten van gemeenten in de Protestantse Kerk in het algemeen tevreden zijn over hun arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, maar wel verbeterpunten benoemen.

In zijn column in het september/oktober nummer van het magazine Kerkbeheer noemt VKB-voorzitter Rik Buddenberg de professionaliteit van kerkrentmeesters in hun rol als werkgever een punt dat aandacht verdient. Niet altijd zijn kerkrentmeesters op de hoogte van de arbeidsvoorwaarden die gelden in de Protestantse Kerk en er is vaak sprake van ‘diffuus leiderschap’ (meerdere of onduidelijke aanspreekpunten voor medewerkers). Ook is het scholingsniveau en de mogelijkheden voor nascholing van medewerkers voor verbetering vatbaar. Het goede nieuws is dan weer dat het scholingsniveau sinds de vorige meting in 2011 is verbeterd, en dat kerkrentmeesters zich ook meer bewust zijn van scholing en nascholing. Ze hebben wel te maken met het gegeven dat weliswaar voor kerkelijk werkers en kerkmusici een ruim aanbod van centraal georganiseerde toerusting bestaat, maar voor administratieve medewerkers wel vakinhoudelijke maar geen ‘kerkelijke’ opleidingen bestaan, en voor kosters-beheerders eigenlijk alleen BHV-cursussen.

Verantwoord werkgeverschap in de gemeenten is extra belangrijk omdat er een grote uitstroom van betaalde krachten wordt verwacht (het medewerkersbestand is sterk vergrijsd, de uitstroom sinds 2011 bedroeg bijna 50% en voor de komende 4 jaar verwachten kerkrentmeesters nog eens 25% van hun betaalde krachten te zien vertrekken). Het wordt ook steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden; in 2011 was dat – pecunia causa – een veelgenoemde respons op het vertrek van betaalde krachten, maar in het nieuwe onderzoek wordt dat veel minder vaak genoemd. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd heeft het reservoir aan fitte jonggepensioneerden quasi gehalveerd, en we zien  nu een omgekeerde trend namelijk dat vertrekkende vrijwilligers soms vervangen worden door betaalde krachten.

Een andere constatering in het onderzoek is dat, zeker in vergelijking met andere sectoren in het segment Zorg & Welzijn, de instroom bij kerkelijke gemeenten gemiddeld op latere leeftijd plaatsvindt. De kerk lijkt daarmee een aantrekkelijke werkgever voor het hogere leeftijdssegment. En er is genoeg werk in de kerk (daarmee onderscheiden we ons overigens nu niet van andere sectoren op de arbeidsmarkt) en studenten die nu met een opleiding kerkelijk werker beginnen mogen vertrouwen op full-time banen (hoewel niet altijd bij één werkgever).

Het onderzoek ‘Meer zicht op werken in de kerk’ is een samenwerkingsproject tussen het CNV en de VKB, verrijkt met gegevens van het Pensioenfonds Zorg&Welzijn. Het onderzoek onder kerkrentmeesters is gericht op hetzelfde universum en met dezelfde vragenlijst als het gelijknamige onderzoek uit 2011 zodat niet alleen patronen maar ook ontwikkelingen zichtbaar worden. Ook nieuw is het toegevoegde onderzoek onder de kerkelijke medewerkers zelf, uitgevoerd door de onderzoeksafdeling van het CNV. Op de uitkomsten is gereflecteerd door een klankbordgroep van deskundigen uit de het CNV, de VKB en de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. De opmerkingen en aanvullingen vanuit die groep, die we als een focusgroepdiscussie mogen beschouwen, vormen een belangrijke aanvulling op de conclusies van het rapport.

 

> Klik hier voor de column van voorzitter Rik Buddenberg

 

> Klik hier voor het onderzoeksrapport ‘Meer zicht op werken in de kerk’