Samenwerking

Waarom we samenwerken in de kerk zo belangrijk vinden, maar het toch vaak niet doen.

 

In het laatste nummer van Kerkbeheer (#2 april 2024) stelden we het thema samenwerking centraal. Op de stelling dat colleges meer regionaal zouden moeten samenwerken, gaf de overgrote meerderheid aan (78%) het met deze stelling eens te zijn. Toch hadden we bij de voorbereiding op dit nummer de meeste moeite om voorbeelden van dit soort (regionale) samenwerkingen te vinden. En wie nu de beleidsstukken van de kerk doorneemt (bijvoorbeeld lichter op pad, de ambtsvisie, maar ook classicale plannen), die struikelt bijna over (het verlangen naar meer) samenwerking. Hoe komt het toch dat we vanwege de kerkelijke krimp zien, dat meer samenwerking nodig is, maar het toch niet zomaar doen? In deze blog wil ik wat zaken uit mijn eigen waarnemingen delen.

 

Samenwerking: wat is het (niet)?

Als het in de kerk over samenwerken gaat, denken veel mensen aan zaken die meer met fuseren te maken hebben. Dat komt mijns inziens omdat veel samenwerkingen aan de bestuurstafel worden geuit. Of omdat deze beweging in gang wordt gezet, omdat het eigen voortbestaan onder spanning komt te staan. Samenwerking, waarbij de suggestie doorklinkt dat het tot mogelijk een fusie moet/zal leiden, is geen goed startpunt. Juist in bestuurlijke context gaat het snel over de ‘checks and balances’, wat kan de mogelijke (negatieve) impact ervan zijn. In ons presbyteriaans-synodale kerkmodel zitten twee (soms) tegengestelde bewegingen ingebakken, namelijk 1) de behoefte om te zoeken naar onderlinge solidariteit op regionaal of landelijk vlak (synodale kant die vooral op bovenplaatselijke vergaderingen invulling krijgt) maar ook 2) een sterke beweging om te denken vanuit de eigen gemeente met eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid (presbyteriaal, bestuur belegd bij de ambtsdragers van de gemeente). Op deze twee benen – zelfstandigheid en solidariteit – is onze Protestantse Kerk in Nederland gebouwd. Uiteraard met historische, regionale en modalitaire verschillen hoe de verhouding tussen deze twee aspecten wordt ingevuld. Op de website van de landelijke kerk staat zelfs: “de Protestantse kerk is van onderaf opgebouwd.”

Maar samenwerking, zonder goede uitleg over wat het wel/niet is, appelleert aan de pijler van de onderlinge solidariteit, maar voelt vaak anders, zeker als het niet uit eigen beweging door het lokale bestuur geïnitieerd is. Juist aan een opgelegde samenwerking hebben veel kerken een broertje dood. Ze zijn zo ingericht om zo lang mogelijk zelfstandig (bestuurlijk/financieel) hun broek op te houden. En dat komt allemaal mee, bewust en vaker onbewust, als er over samenwerking gesproken wordt. En als er dan aan het samenwerken kleeft, dat (op termijn) de samenwerkende kerken zeggenschap moeten inleveren of een fusie het uitzicht is, dan remt dit vaak allerlei vormen van samenwerkingen. Of het komt niet verder dan de inzet van enthousiaste enkelingen. En toch zijn de velden wit om te oogsten, als we kijken naar mogelijkheden voor samenwerkingen. Zeker op het terrein van kerkbeheer. En helaas, met de terugloop van bestuurskracht is het ook hard nodig. Het huidige model vraagt (te) veel mensen.

En toch zijn de velden wit om te oogsten, als we kijken naar mogelijkheden voor samenwerking. Zeker op het terrein van kerkbeheer.

Hoe dan wel?

Ik had beloofd wat ervaringen uit mijn eigen praktijk te delen. Allereerst moet ik zeggen dat ik niet vaak initiator van samenwerkingen ben geweest. Maar toch heb ik veel (interkerkelijke) samenwerkingen gestalte mogen geven. De belangrijkste ontdekking was dat er vaak meer mogelijk was (in tijd, kennis, plezier), als je denkt vanuit 1+1 =3. Als gevolg daarvan kwam ik in mooie allianties terecht. Het komt daarbij aan op ontvankelijkheid, onderscheidingsvermogen en denken vanuit je mogelijkheden. En vooral bedenken: die ander is er niet om in de samenwerking mijn probleem op te lossen. Maar evengoed belangrijk: het scheelt als je elkaar kent! Bekend maakt bemind, is even vaak waar als de negatieve variant van dit gezegde.

In veel gevallen kun je kiezen voor een proef. Zullen we het voor deze situatie, dit seizoen eens proberen? Wat zijn de vraagstukken waar we als colleges allemaal voor staan? Een overzicht maken van ieders veiligheidsvraagstukken, verzekeringen, kansen voor (nieuwe vormen) geldwerving, daar valt nauwelijks iets op te verliezen, maar levert al veel kennis over elkaar op. De lastigheid is altijd: de eerste stap kost meestal eerst tijd. Zoals zo vaak: de kosten gaan vaak voor de baten uit. Dus zou elke kerk die uitspreekt, dat ze in wil zetten op meer samenwerking, in haar beleid en financiën zichtbaar moeten maken, hoe dat wordt gedaan door er tijd en geld voor vrij te maken. En ook vooraf af te spreken hoe de samenwerking wordt geëvalueerd. De kerkorde biedt trouwens ook genoeg ruimte voor bestuurlijke samenwerking, waarbij in de lokale bevoegdheden wordt getreden (zie kerkorde ordinantie 2-6).

 

Goed samenwerken kan heel inspirerend zijn

In 2023 raakte ik online met wat collega-predikanten aan de praat over de kwaliteit van landelijke (kerkdienst) materialen, echt zo’n frustratie gesprekje op de sociale media. Maar we besloten het daarbij niet te laten. We maakten een whatsappgroep aan, met als doel voor onze diensten ‘passender’ materiaal te maken, en ook eigen creativiteit onderling uit te wisselen. Inmiddels heeft de groep ook twee werksessies belegd, delen in een online map onze vieringen en is de app met de rode laarsjes (ons logo) vraagbaak, ontmoetingsplek voor frustratie, herkenningspunt voor ontwikkelingen in ambt en kerk, en vooral een plaats waar (nieuwe) creativiteit en motivatie ontstaat.

Kortom, samenwerking kan veel verder gaan dan louter functioneel. Waardevol voor eenpittende dominees, maar niet minder voor voorzitters van het college van kerkrentmeesters, de portefeuillehouder veiligheid of gebouwenbeheer, personeel of geldwerving. In het brede veld van het kerkbeheer hebben we veel specialismen die baat kunnen hebben bij samenwerking en uitwisseling. We zien dit ook steeds meer terug op onze VKB App. Inderdaad, vaak moet iemand een stap zetten, het kost soms (extra) tijd, maar de kans is zeker aanwezig dat het je als kerk, college en persoon veel meer oplevert.

En laat ons als VKB weten hoe jullie samenwerken, dan hebben we straks een mooi vervolgnummer van Kerkbeheer vol met lokale/regionale voorbeelden. Hebben we meteen weer een geslaagde vorm van samenwerking als vereniging uitgelicht.